WIE ZAL EEUWIG LEVEN?
Als God spreekt over eeuwig leven, dan kan niemand meer twijfelen, want God liegt niet! In de Bijbel vroeg ook iemand aan Jezus hoe hij eeuwig leven kon beërven. Ja er is leven na de dood!
Een theoloog, een wetgeleerde, vroeg eens aan Jezus om Hem te testen wat men diende te doen om het eeuwig leven te kunnen krijgen. Luc.10:25-37 Vandaag zou men, de vraag kunnen stellen wat je moet doen om in de hemel te komen. Sommigen valse profeten leren vandaag al dat iedereen in de hemel komt. De Bijbel leert dat er een hel of een tweede dood bestaat.
Lucas 12:4 Ik zeg u, mijn vrienden, vreest hen niet, die het lichaam doden
en daarna niets meer kunnen doen.5 Ik zal u tonen, wie gij vrezen moet. Vreest Hem, die, nadat Hij gedood heeft, macht heeft om in de hel te werpen. Voorwaar, Ik zeg u, vreest Hem!
Johannes 3:16 Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe.
Jezus beantwoordt de vraag van de wetgeleerde met twee vragen. “Wat staat er in de wet?” of “Wat leert de Bijbel?” De wet of Thora betekent onderwijs. Wat hebt gij begrepen van de bedoeling van de wet? De wetgeleerde bestudeerde dagelijks de beschreven wet. Niet iedereen heeft een dergelijke job. De wetgeleerde gaf een Bijbeltekst:
Hij antwoordde en zeide: Gij zult de Here, uw God, liefhebben
uit geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw
kracht en met geheel uw verstand, en uw naaste als uzelf. (Deut.6)
Jezus stelde hem de voorwaarde: Doe dat, en ge zult “leven”. Je hebt de theorie, de kennis, maar ook de praktijk. Doch dit is niet het eeuwig leven. Eeuwig leven krijg je enkel door geloof. Allen die het eeuwig leven via de wet verwachten liggen onder een vloek. Die theoloog stond te kijken naar Jezus, en het was die Jezus, Zoon van God, welke tot vloek werd, aan het vloekhout. (Gal.3)
Deze wetgeleerde diende te geloven in de woorden van Jezus, dan zou hij eeuwig leven bekomen. Leven uit geloof, en niet door werken der wet.
Galaten 3:11 En dat door de wet niemand voor God gerechtvaardigd wordt,
is duidelijk; immers, de rechtvaardige zal uit geloof leven.12 Doch bij de wet gaat het niet om geloof, maar: wie dat doet, zal daardoor leven. 13 Christus heeft ons vrijgekocht van de vloek der wet door voor ons een vloek te worden; want er staat geschreven: Vervloekt is eenieder, die aan het hout hangt.
WIE IS MIJN NAASTE?
Die vraag werd veel gesteld aan Thora studenten. Men zag in het woord “naaste” een vriend, maar zeker geen vijand. Ook de naam Ruth komt van het Hebreeuws “rut” afkomstig van de Hebreeuwse naam “rea”, echte levensvriend(in). Dit woord “rea” werd ook meestal gebruikt voor “iedereen”! Men diende zijn naaste lief te hebben als zichzelf. (Lev.19:17,18). Dat maakt alles zo moeilijk voor ieder mens!
De wetgeleerde wilde zich rechtvaardigen, zijn geweten sprak, voelde aan, dat hij zich toch ergens schuldig was en bijzonder tegenover zijn medemens.
Hij dacht mogelijks aan hen die hem vijandig gezind waren, dus niet iedereen! Dit soort mensen hebben de neiging, God te willen spelen en de naaste te laten vallen. Dit is typisch een zondige religieuze houding. Zo’n houding komt voor uit de duivel van in den beginne. Wie iemand heilig verklaart, speelt God op aarde!
Genesis 3:4 De slang echter zeide tot de vrouw: Gij zult geenszins sterven, 5 maar God weet, dat ten dage, dat gij daarvan eet, uw ogen geopend zullen worden, en gij als God zult zijn, kennende goed en kwaad.
Jezus maakt nu een gelijkenis, welke deze theoloog, tot een beter inzicht zal brengen, Jezus wil zijn zondebesef prikkelen.
Jezus brengt een slachtoffer van een overval in beeld, welke bijna dood was door de vele slagen en verwondingen. Die man was waarschijnlijk een eenvoudige dagloner terugkerende van zijn werk. De weg was bekend als gevaarlijk. Nooit de gelegenheid gekregen om te studeren. Uw naaste lief hebben is gebaseerd op het begrijpen van de schepping. De mens werd geschapen naar Gods beeld, zo is in ieder mens nog steeds wat goedheid te ontdekken.
Een priester en leviet zagen het slachtoffer en liepen gewoon voorbij. Waarom? Onbarmhartig? Genadeloos? LIEFDELOOS?
(31,32) Zij dienden allebei in de tempel. Samaritanen en Joden hadden wel de priesterklasse gemeenschappelijk. Ten tijde van Jezus waren er ook sadduceeën in de priesterklasse, zo verwierpen deze beide priesterklassen de mondelinge wetgeving. De Farizeeërs en het Joodse volk aanvaarden wel de mondelinge wetgeving.
De priester en de leviet kwamen terug van de tempeldienst. Blijkbaar waren er vele priesters in Jericho. Ze wilden zich niet verontreinigen aan de verwonde man welke er als dood bij lag. Want dan dienden ze hun reinigingsceremonie op nieuw te doen. Zij leefden naar de letter van de mondelinge wet.
Zij dachten als de man niet helemaal dood is dan zal dat wel spoedig gebeuren. Dat was hun bijkomende excuus. Volgens de geschreven wet, dient alles te worden gedaan om het leven van een mens te redden!
Doch indien de overvallen man dood was, waren ze verplicht voorbij te gaan. (Lev.21).
EEN REIZENDE SAMARITAAN ZIET DE ZWAAR GEKWETSTE MAN LIGGEN
(33,35) Deze man stopt langs de weg, en werd met barmhartigheid bewogen. De Samaritaan kende ook de wet, maar ook bij zulke gevallen kwam genade in plaats van de wet!
Hij ziet het bloed uit de wonden lopen en de man ligt stil of bewusteloos. Hij ziet dat de man werd beroofd en geslagen. Hij stelt zich geen vragen en geeft de eerste hulp door het verzorgen met olie en wijn. Wat opvalt is dat niemand zich de vraag stelt wie die gekwetste man is. Ook de Samaritaan niet. Is die man een Jood? een farizeeër? Men kon het niet zien, hij was ook zijn klederen bestolen. De Samaritaan deed nog beloften, indien de kosten nog zouden oplopen, zou hij die vergoeden op zijn terugreis!
De wetgeleerde zal nu sterk hebben nagedacht bij het horen van deze gelijkenis welke Jezus gebruikte. Een Samariataan werd door de Joden als vijandig aanzien, omwille dat zij de mondelinge wetten niet aannamen, en slechts de Thora, de boeken van Mozes volgden. (Luc.9,52-56) Je kunt het vergelijken met de hedendaagse denominaties onder de christenen, ze interpreteren Gods woord zo verschillend, dat het kan leiden tot valse leer, vijandigheid, en haat, zoals Joden tegenover de Samaritanen.
Jezus keerde terug naar de wil van Zijn Vader:
Matteüs 5:43 Gij hebt gehoord, dat er gezegd is: Gij zult uw naaste liefhebben
en uw vijand zult gij haten.
44 Maar Ik zeg u: Hebt uw vijanden lief en bidt voor wie u vervolgen, 45 opdat gij kinderen moogt zijn van uw Vader, die in de hemelen is; want Hij laat zijn zon opgaan over bozen en goeden en laat het regenen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen.
Jezus sprak u hebt gehoord of geleerd “uw vijand zult gij haten”! Dit laatste staat niet in de wet, maar werd mondeling toegevoegd. En zo kwam het tot een spreekwoordelijk gezegde, welke bekend was onder het volk ten tijde van Jezus. De Joden werden op die wijze misleid, en leerden dus alles wat niet Joods was te haten, of liefdeloos te behandelen. Het woord “haten” is niet letterlijk te nemen, maar betekent in de context, liefdeloosheid.
Op die wijze leert Jezus, wat een “naaste” betekent. Wees een naaste voor uw medemens! Die Samaritaan trad in liefde op als “een naaste”!
De meerderheid dacht en denkt dat de zwaar verwonde man de “naaste” was. De wetgeleerde zal zijn ogen hebben gefronst toen hij dit zal hebben begrepen, en meteen hebben gedacht dat hij geen eeuwig leven had, volgens de leer van Christus! Jezus leerde een onvoorwaardelijke liefde voor ieder mens, dit weerspiegelt dat de mens was geschapen naar het beeld van God. (Lev.19:18). Liefde kent geen grenzen het is voor vriend en vijand!
(36,37) Wie van de drie was hier in dit geval “de naaste”?
Toen begreep de wetgeleerde dat de Samaritaan in feite de naaste was, en Jezus geeft hem de raad te doen als de Samaritaan, genadig zijn. Met andere woorden wees vanaf nu vriendelijk tegen de Samaritanen.
Spreuken 22:9 Wie vriendelijk van oog is, die wordt gezegend,
omdat hij de behoeftige van zijn brood geeft.
Efeziërs 4:32 Maar weest jegens elkander vriendelijk, barmhartig, elkander
<
p align=”center”>vergevend, zoals God in Christus u vergeving geschonken heeft.
Biblespace Vlaanderen